Gerechtsdeurwaarderswet (GDW)


Artikel 40 1 Indien artikel 39, eerste lid, geen toepassing vindt of het verzet gegrond is verklaard, zendt de secretaris zo spoedig mogelijk een afschrift van het klaagschrift en de daarbij gevoegde bescheiden aan de betrokken gerechtsdeurwaarder.
2 Binnen een maand na dagtekening van de verzending van de in het eerste lid bedoelde bescheiden kan de betrokken gerechtsdeurwaarder een verweerschrift indienen; de voorzitter kan deze termijn op verzoek verlengen. De secretaris zendt afschrift van dit geschrift aan de klager.
3 De voorzitter is bevoegd aan de betrokken gerechtsdeurwaarder te vragen binnen een door hem te bepalen termijn schriftelijke inlichtingen te verschaffen en onder hem berustende of te zijner beschikking staande bescheiden, al dan niet in gewaarmerkt afschrift, en voorwerpen in te zenden.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2013 wijziging Stb 2012 313 (pdf) 32891 MvT (web) MvT (pdf)
15-07-2001 nieuwe-regeling Stb 2001 70 (pdf) 22775 MvT (pdf)