Artikel 247 1 De schuldenaar is steeds bevoegd aan de rechtbank de intrekking van de surseance te verzoeken, op grond dat de toestand des boedels hem weer in staat stelt zijn betalingen te hervatten. De bewindvoerders en, indien het een definitief verleende surseance betreft, de schuldeisers worden gehoord of behoorlijk opgeroepen.
2 Deze oproeping geschiedt schriftelijk door de griffier tegen een door de rechtbank te bepalen dag.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-09-2017 | wijziging | Stb 2016 290 (pdf) | 34212 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-12-2005 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 2005 600 (pdf) | ||
16-03-1935 | nieuw | Stb 1935 41 |