Faillissementswet (FW)


Artikel 246 1 Indien de rechtbank van oordeel is, dat de behandeling van het verzoek tot intrekking van de surseance niet zal zijn beëindigd vóór de dag, waarop de schuldeisers of, indien van toepassing, De Nederlandsche Bank N.V. krachtens artikel 215, tweede lid, worden gehoord, gelast zij, dat de griffier de schuldeisers schriftelijk zal mededelen, dat dit verhoor op die dag niet zal worden gehouden.
2 Zo nodig bepaalt zij later de dag waarop dit verhoor alsnog zal plaats vinden; de schuldeisers of, indien van toepassing, De Nederlandsche Bank N.V. worden door de griffier schriftelijk opgeroepen.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-09-2017 wijziging Stb 2016 290 (pdf) 34212 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2016 wijziging Stb 2015 428 (pdf) 34198 MvT (web) MvT (pdf)
01-12-2005 tekstplaatsing-wijziging Stb 2005 600 (pdf)
16-03-1935 nieuw Stb 1935 41