Artikel 236 1 Indien een wederkerige overeenkomst bij de aanvang van de surseance zowel door de schuldenaar als door zijn wederpartij in het geheel niet of slechts gedeeltelijk is nagekomen en de schuldenaar en de bewindvoerder zich niet binnen een hun daartoe schriftelijk door de wederpartij gestelde redelijke termijn bereid verklaren de overeenkomst gestand te doen, verliezen zij het recht hunnerzijds nakoming van de overeenkomst te vorderen.
2 Indien de schuldenaar en de bewindvoerder zich wel tot nakoming van de overeenkomst bereid verklaren, zijn zij verplicht desverlangd voor deze nakoming zekerheid te stellen.
3 De vorige leden zijn niet van toepassing op overeenkomsten waarbij de schuldenaar slechts verbintenissen op zich heeft genomen tot door hem persoonlijk te verrichten handelingen.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-12-2005 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 2005 600 (pdf) | ||
01-01-1992 | nieuw | Stb 1986 295 (pdf) | 16593 | MvT (pdf) |
Stb 1991 602 (pdf) | ||||
01-01-1992 | vervallen | Stb 1986 295 (pdf) | 16593 | MvT (pdf) |
16-03-1935 | vervallen | Stb 1935 41 | ||
15-06-1925 | wijziging | Stb 1925 191 | ||
01-09-1896 | nieuwe-regeling | Stb 1893 140 |