Artikel 213ll 1 Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:
a. verordening centrale tegenpartijen: Verordening (EU) 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201);
b. centrale tegenpartij: een centrale tegenpartij als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van de verordening centrale tegenpartijen;
c. lidstaat: een staat die lid is van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132);
d. verordening herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen: Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22);
e. afwikkelingsmaatregel: een overeenkomstig artikel 22 van de verordening herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen genomen besluit om een centrale tegenpartij af te wikkelen, de toepassing van een afwikkelingsinstrument als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van die verordening of de uitoefening van een of meer afwikkelingsbevoegdheden als bedoeld in de artikelen 48 tot en met 58 van die verordening;
f. afwikkelingscollege: een college als bedoeld in artikel 4 van de verordening herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen;
g. toezichtscollege: een college als bedoeld in artikel 18 van verordening centrale tegenpartijen.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
04-11-2022 | nieuw | Stb 2022 428 (pdf) | 36105 | MvT (web) MvT (pdf) |