Faillissementswet (FW)


Artikel 16 1 Indien niet voldoende baten beschikbaar zijn voor de voldoening van de faillissementskosten en de overige boedelschulden, kan de rechtbank, op voordracht van de rechter-commissaris en na de schuldeiserscommissie, zo die er is, gehoord te hebben, bevelen, hetzij de kosteloze behandeling, hetzij, na verhoor of behoorlijke oproeping van de gefailleerde, en in dit geval bij beschikking in het openbaar uit te spreken, de opheffing van het faillissement.
2 De rechter, die de opheffing van het faillissement beveelt, stelt tevens het bedrag van de faillissementskosten vast en - zo daartoe gronden aanwezig zijn - van het salaris van de curator. Hij brengt deze bedragen ten laste van de schuldenaar. Zij worden bij voorrang boven alle andere schulden voldaan. ArtikelĀ 71, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3 Tegen deze vaststelling staat geen rechtsmiddel open. Een bevelschrift van tenuitvoerlegging zal daarvan worden uitgegeven ten behoeve van de curator.
4 In afwijking van hetgeen in het tweede lid is bepaald, komen de kosten van de in deze titel bevolen publicaties, voorzover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan, ten laste van de Staat. De griffier van het rechtscollege dat de opheffing heeft bevolen, draagt zorg voor de voldoening van het door de rechtbank vast te stellen bedrag dat ten laste van de Staat komt.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2023 wijziging Stb 2022 491 (pdf) 36040 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2019 wijziging Stb 2018 299 (pdf) 34740 MvT (web) MvT (pdf)
01-12-2005 tekstplaatsing-wijziging Stb 2005 600 (pdf)
01-08-2002 wijziging Stb 2002 185 (pdf) 27199 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1992 wijziging Stb 1986 295 (pdf) 16593 MvT (pdf)
Stb 1991 602 (pdf)
01-05-1977 wijziging Stb 1976 280 (pdf) 11085 MvT (pdf)
18-02-1926 wijziging Stb 1925 445
01-09-1896 nieuwe-regeling Stb 1893 140