Burgerlijk Wetboek Boek 8 (BW)
Boek 8
Verkeersmiddelen en vervoer
IIZeerecht
Titel 6Ongevallen
Afdeling 5Aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie
Paragraaf 1algemene bepalingen en toepassingsgebied
Artikel 639 In deze afdeling wordt verstaan onder:a. «Verdrag»: het op 23 maart 2001 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie, 2001 (Trb. 2005, 329);
b. «Aansprakelijkheidsverdrag»: het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994, 229);
c. «Onze Minister»: de Minister van Verkeer en Waterstaat;
d. «schip», «persoon», «bunkerolie», «preventieve maatregelen», «voorval», «schade door verontreiniging», «Staat waar het schip is geregistreerd», «brutotonnage», «organisatie» en «Secretaris-Generaal»: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Verdrag;
e. «scheepseigenaar»: de eigenaar van het schip, hieronder begrepen de geregistreerde eigenaar, rompbevrachter, beheerder of degene in wiens handen de exploitatie van het schip is gelegd;
f. «geregistreerde eigenaar»: de persoon of personen die als eigenaar van het schip zijn geregistreerd of, indien er geen registratie heeft plaatsgevonden, de persoon of personen die het schip in eigendom hebben. Indien evenwel een schip eigendom is van een Staat en geëxploiteerd wordt door een maatschappij die in die Staat geregistreerd staat als de exploitant van het schip, betekent «geregistreerde eigenaar» een zodanige maatschappij.
Artikel 640 1 Deze afdeling is van toepassing op:
a. schade door verontreiniging door bunkerolie veroorzaakt in Nederland, de territoriale zee daaronder begrepen;
b. schade door verontreiniging door bunkerolie veroorzaakt binnen de Exclusieve Economische Zone (EEZ) van Nederland;
c. preventieve maatregelen, waar ook genomen, ter voorkoming of beperking van zodanige schade.
2 Deze afdeling is niet van toepassing:
a. op schade door verontreiniging zoals omschreven in het Aansprakelijkheidsverdrag, ongeacht of ten aanzien van die schade wel of geen schadevergoeding verschuldigd is ingevolge dat verdrag; en
b. op oorlogsschepen, ondersteuningsschepen van de marine of andere schepen die toebehoren aan of geëxploiteerd worden door een Staat en die in de betrokken periode uitsluitend worden gebruikt in overheidsdienst voor niet-commerciële doeleinden, behoudens voor zover de desbetreffende Staat anders heeft beslist en daaraan op de voet van artikel 4, derde lid, van het Verdrag genoegzaam uitvoering heeft gegeven.