Burgerlijk Wetboek Boek 8 (BW)


Artikel 219 1 De krachtens deze afdeling verleende voorrechten gaan teniet door verloop van een jaar, tenzij de schuldeiser zijn vordering in rechte geldend heeft gemaakt. Deze termijn begint met de aanvang van de dag volgend op die, waarop de vordering opeisbaar wordt. Met betrekking tot de vordering voor hulploon begint deze termijn echter met de aanvang van de dag volgend op die, waarop de hulpverlening is beƫindigd.
2 Het voorrecht gaat teniet met de vordering.
3 In geval van executoriale verkoop gaan de voorrechten mede teniet op het tijdstip waarop het proces-verbaal van verdeling wordt gesloten.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-1992 wijziging Stb 1991 664 (pdf) 21658 MvT (pdf)
01-04-1991 nieuwe-regeling Stb 1979 245 (pdf)