Burgerlijk Wetboek Boek 7 (BW)


Artikel 317 1 De pachtovereenkomst, de overeenkomst tot wijziging en die tot beƫindiging van een pachtovereenkomst moeten schriftelijk worden aangegaan.
2 Zolang de overeenkomst niet schriftelijk is aangegaan, kan de meest gerede partij de schriftelijke vastlegging daarvan vorderen.
3 In het in het vorige lid bedoelde geval legt de rechter de overeenkomst schriftelijk vast met dien verstande dat nietige bedingen, zoveel mogelijk overeenkomstig de bedoelingen van partijen, in overeenstemming worden gebracht met de wet.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
31-10-2007 wijziging Stb 2007 395 (pdf) 31107 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-2007 nieuw Stb 2007 163 (pdf) 30448 MvT (web) MvT (pdf)