Burgerlijk Wetboek Boek 4 (BW)


Artikel 202 1 Een nalatenschap wordt, behoudens het in artikel 221 bepaalde, overeenkomstig de in deze afdeling gegeven voorschriften vereffend:
a. wanneer zij door een of meer erfgenamen onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, tenzij er een tot voldoening van de opeisbare schulden en legaten bevoegde executeur is en deze kan aantonen dat de goederen der nalatenschap ruimschoots toereikend zijn om alle schulden der nalatenschap te voldoen; geschillen dienaangaande worden door de kantonrechter beslist;
b. wanneer de rechtbank een vereffenaar heeft benoemd.
2 Indien het saldo van de nalatenschap positief is kan de wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam die voor deze beneficiair heeft aanvaard de kantonrechter verzoeken om ontheffing van de verplichting om te vereffenen volgens de wet.
3 Een nalatenschap die overeenkomstig artikel 13 is verdeeld, wordt in afwijking van lid 1 onder a slechts vereffend volgens de wet wanneer de echtgenoot van de erflater haar beneficiair heeft aanvaard.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2003 nieuw Stb 2002 230 (pdf) 27245 MvT (web) MvT (pdf)