Burgerlijk Wetboek Boek 4 (BW)
Artikel 187 1 Hij die is afgegaan op de in een verklaring van erfrecht vermelde feiten, geldt te dezen aanzien als te goeder trouw.
2 Een schuldenaar die, afgaande op de in een verklaring van erfrecht vermelde feiten, heeft betaald aan iemand die niet bevoegd was de betaling te ontvangen, kan aan degene aan wie betaald moest worden, tegenwerpen dat hij bevrijdend heeft betaald.
3 Het in de vorige leden bepaalde lijdt uitzondering, indien degene die op de verklaring is afgegaan, wist of door grove nalatigheid niet wist, dat de inhoud van de verklaring niet met de werkelijkheid overeenstemt.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
17-08-2015 | wijziging | Stb 2014 430 (pdf) | 33851 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2003 | nieuw | Stb 2002 230 (pdf) | 27245 | MvT (web) MvT (pdf) |