Burgerlijk Wetboek Boek 3 (BW)
Artikel 251 1 Tenzij anders is bedongen, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank op verzoek van de pandhouder of de pandgever bepalen dat het pand zal worden verkocht op een van het vorige artikel afwijkende wijze, of op verzoek van de pandhouder bepalen dat het pand voor een door de voorzieningenrechter van de rechtbank vast te stellen bedrag aan de pandhouder als koper zal verblijven.
2 Nadat de pandhouder bevoegd is geworden tot verkoop over te gaan, kunnen pandhouder en pandgever een van het vorige artikel afwijkende wijze van verkoop overeenkomen. Rust op het verpande goed een beperkt recht of een beslag, dan is daartoe tevens de medewerking van de beperkt gerechtigde of de beslaglegger vereist.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2002 | wijziging | Stb 2001 584 (pdf) | 27878 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-1992 | nieuwe-regeling | Stb 1991 600 (pdf) | ||
01-01-1992 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1991 600 (pdf) |