Burgerlijk Wetboek Boek 2 (BW)


Artikel 335j 1 De om te zetten vennootschap moet, op straffe van gegrondverklaring van een verzet als bedoeld in het volgende lid, voor iedere schuldeiser van deze vennootschap die dit verlangt zekerheid stellen of hem een andere waarborg geven voor de voldoening van zijn vordering. Dit geldt niet, indien de schuldeiser voldoende waarborgen heeft of de vermogenstoestand van de vennootschap na de omzetting niet minder waarborg zal bieden dat de vordering zal worden voldaan, dan er voordien is.
2 Tot drie maanden nadat de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het voorstel tot omzetting heeft aangekondigd, kan iedere schuldeiser door het indienen van een verzoek bij de rechtbank tegen het voorstel tot omzetting in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd. De rechtbank wijst het verzoek af, indien de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vermogenstoestand van de vennootschap na de omzetting minder waarborg zal bieden dat de vordering zal worden voldaan, en dat van de vennootschap niet voldoende waarborgen zijn verkregen.
3 Voordat de rechter beslist, kan hij de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen een door hem gestelde termijn een door hem omschreven waarborg te geven.
4 Indien tijdig verzet is gedaan, mag de verklaring in de zin van artikel 335l lid 2 door de notaris eerst worden afgegeven, zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet uitvoerbaar is.
5 Indien de verklaring in de zin van artikel 335l lid 2 al door de notaris is afgegeven, kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel het stellen van een door hem omschreven waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden.
6 De op grond van dit artikel aan de schuldeiser toegekende waarborgen zijn afhankelijk van de voorwaarde dat de omzetting van kracht wordt.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting