Burgerlijk Wetboek Boek 1 (BW)
Boek 1
Personen- en familierecht
Titel 14Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 6Voogdij
§ 6Onbevoegdheid tot de voogdij
Artikel 324 1 Wanneer een voogd op een der in artikel 246 van dit boek genoemde gronden onbevoegd is tot de voogdij, ontslaat de rechtbank hem en vervangt hem door een andere voogd.2 Zij doet dit op verzoek van de voogd, bloed- of aanverwanten van de minderjarige, de raad voor de kinderbescherming, schuldeisers of andere belanghebbenden, of ambtshalve.
3 Indien in geval van gezamenlijke uitoefening van de voogdij een van de in het eerste lid genoemde gronden zich voordoet ten aanzien van een van beide voogden, oefent de andere voogd het gezag over de kinderen alleen uit.
4 Zodra de grond van de onbevoegdheid is vervallen, herleeft de gezamenlijke voogdij.
Artikel 325 Vervallen