Burgerlijk Wetboek Boek 1 (BW)


Artikel 235 1 Handlichting waarbij aan een minderjarige bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige worden toegekend, kan wanneer de minderjarige de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, op zijn verzoek door de kantonrechter worden verleend.
2 Zij wordt niet verleend tegen de wil van de ouders voor zover deze het gezag over de minderjarige uitoefenen, met inachtneming nochtans van artikel 253a, eerste lid.
3 Bij het verlenen van handlichting bepaalt de kantonrechter uitdrukkelijk, welke bevoegdheden van een meerderjarige aan de minderjarige worden toegekend. Deze bevoegdheden mogen zich niet verder uitstrekken dan tot de gedeeltelijke of de gehele ontvangst van zijn inkomsten en de beschikking daarover, het sluiten van verhuringen en verpachtingen, het in een vennootschap deelnemen en het uitoefenen van een beroep of bedrijf. De minderjarige wordt echter door handlichting niet bekwaam tot het beschikken over registergoederen, effecten, of door hypotheek gedekte vorderingen.
4 Hij kan ter zake van de handlichting zelf en van handelingen, waartoe hij krachtens de verkregen handlichting bekwaam is, eisende of verwerende in rechte optreden. Artikel 12 lid 1 van dit boek geldt voor die handelingen niet.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-03-2009 wijziging Stb 2008 500 (pdf) 30145 MvT (web) MvT (pdf)
17-02-1999 wijziging Stb 1999 30 (pdf) 25836 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-1995 wijziging Stb 1994 570 (pdf) 22487 MvT (pdf)
01-01-1988 wijziging Stb 1987 333 (pdf) 15417 MvT (pdf)
01-01-1970 nieuwe-regeling Stb 1958 590 (pdf)