Beginselenwet Justitiƫle jeugdinrichtingen (BJJI)


Hoofdstuk V

Perspectiefplan

Artikel 20 1 De directeur van een inrichting stelt uiterlijk binnen drie weken na de binnenkomst van de jeugdige een perspectiefplan voor hem vast. Alvorens het plan vast te stellen, overlegt hij met de jeugdige. De eerste volzin is niet van toepassing op jeugdigen die in de inrichting een vervangende jeugddetentie ondergaan van een kortere duur dan drie weken.
2 Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de eisen waaraan een perspectiefplan ten minste moet voldoen, de voorschriften die bij wijziging daarvan in acht genomen moeten worden en de periodieke evaluatie van het perspectiefplan.

Artikel 21 Vervallen