Beginselenwet Justitiële jeugdinrichtingen (BJJI)


Artikel 57 1 Een straf kan geheel of ten dele voorwaardelijk worden opgelegd. De proeftijd bedraagt ten hoogste twee maanden.
2 De directeur stelt in elk geval als voorwaarde dat de jeugdige zich onthoudt van het plegen van feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. De directeur kan andere voorwaarden aan het gedrag van de jeugdige stellen. De opgelegde voorwaarden worden vermeld in de mededeling, bedoeld in artikel 62, eerste lid.
3 Bij het overtreden van een voorwaarde binnen de proeftijd kan de directeur bepalen dat de opgelegde voorwaardelijke straf geheel of ten dele ten uitvoer wordt gelegd.
4 De directeur kan een onvoorwaardelijke straf geheel of ten dele omzetten in een voorwaardelijke straf.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-09-2001 nieuwe-regeling Stb 2000 481 (pdf) 26016 MvT (web) MvT (pdf)