Beginselenwet Justitiële jeugdinrichtingen (BJJI)


Artikel 38 1 De directeur kan bepalen dat een jeugdige tijdens de afzondering door bevestiging van mechanische middelen aan zijn lichaam voor een periode van ten hoogste twaalf uren voor jeugdigen tot zestien jaar en ten hoogste vierentwintig uren voor jeugdigen van zestien jaar en ouder in zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt, indien die beperking noodzakelijk is ter afwending van een van de jeugdige uitgaand ernstig gevaar voor diens gezondheid of de veiligheid van anderen dan de jeugdige. De directeur stelt de arts of diens vervanger en de commissie van toezicht van de bevestiging onverwijld in kennis.
2 Indien onverwijlde tenuitvoerlegging van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, geboden is, kan een personeelslid of medewerker deze voor een periode van ten hoogste vier uren ten uitvoer leggen. De directeur en de arts of diens vervanger en de commissie van toezicht worden hiervan onverwijld in kennis gesteld.
3 Onze Minister stelt nadere regels omtrent de bevestiging van mechanische middelen aan het lichaam.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-09-2001 nieuwe-regeling Stb 2000 481 (pdf) 26016 MvT (web) MvT (pdf)