Artikel 38 1 Het auteursrecht op een werk, ten aanzien waarvan de maker niet is aangeduid of niet op zodanige wijze dat zijn identiteit buiten twijfel staat, vervalt door verloop van 70 jaren, te rekenen van de 1e januari van het jaar, volgende op dat, waarin de eerste openbaarmaking van het werk rechtmatig heeft plaatsgehad.
2 Hetzelfde geldt ten aanzien van werken, waarvan een openbare instelling, een vereniging, stichting of vennootschap als maker wordt aangemerkt, tenzij de natuurlijke persoon, die het werk heeft gemaakt, als zodanig is aangeduid op of in exemplaren van het werk, die zijn openbaar gemaakt.
3 Indien de maker vóór het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn zijn identiteit openbaart, zal de duur van het auteursrecht op dat werk worden berekend naar de bepalingen van artikel 37.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-09-2004 | wijziging | Stb 2004 336 (pdf) | 28482 | MvT (web) MvT (pdf) |
29-12-1995 | wijziging | Stb 1995 652 (pdf) | 23812 | MvT (pdf) |
Stb 1995 651 (pdf) | 24477 | MvT (web) MvT (pdf) | ||
01-07-1995 | wijziging | Stb 1995 652 (pdf) | 23812 | MvT (pdf) |
Stb 1995 651 (pdf) | 24477 | MvT (web) MvT (pdf) | ||
01-08-1985 | wijziging | Stb 1985 307 (pdf) | 16740 | MvT (pdf) |
07-01-1973 | wijziging | Stb 1972 579 (pdf) | 7877 | MvT (pdf) |
01-11-1912 | nieuwe-regeling | Stb 1912 308 |