Artikel 36a De opsporingsambtenaren kunnen te allen tijde tot het opsporen van bij deze wet strafbaar gestelde feiten inzage vorderen van alle bescheiden of andere gegevensdragers waarvan inzage voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig is, bij hen die in de uitoefening van hun beroep of bedrijf werken van letterkunde, wetenschap of kunst invoeren, doorvoeren, uitvoeren, openbaar maken of verveelvoudigen.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
15-04-1999 | wijziging | Stb 1999 110 (pdf) | 25474 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-1994 | wijziging | Stb 1993 598 (pdf) | 23024 | MvT (pdf) |
01-10-1989 | nieuw | Stb 1989 282 (pdf) | 19921 | MvT (pdf) |
01-09-1976 | vervallen | Stb 1976 377 (pdf) | 13655 | MvT (pdf) |
26-07-1976 | wijziging | Stb 1976 229 (pdf) | 11416 | MvT (pdf) |
07-01-1973 | nieuw | Stb 1972 579 (pdf) | 7877 | MvT (pdf) |