Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR)


Artikel 30h 1 Met betrekking tot naheffingsaanslagen ter zake van loonbelasting, dividendbelasting, bronbelasting, omzetbelasting, overdrachtsbelasting, belasting van personenauto’s en motorrijwielen, accijns, verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken of een in artikel 1 van de Wet belastingen op milieugrondslag genoemde belasting, wordt aan degene ten name van wie de naheffingsaanslag is gesteld, rente – belastingrente – in rekening gebracht, ingeval de naheffingsaanslag is vastgesteld na het einde van het kalenderjaar of boekjaar waarop de nageheven belasting betrekking heeft.
2 De belastingrente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op de dag volgend op het kalenderjaar of boekjaar waarop de nageheven belasting betrekking heeft en eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop de naheffingsaanslag invorderbaar is ingevolge artikel 9 van de Invorderingswet 1990 en heeft als grondslag de nageheven belasting.
3 Ingeval een naheffingsaanslag ter zake van loonbelasting, dividendbelasting, bronbelasting, overdrachtsbelasting, belasting van personenauto’s en motorrijwielen, accijns, verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken of een in artikel 1 van de Wet belastingen op milieugrondslag genoemde belasting is vastgesteld overeenkomstig een verzoek, eindigt het tijdvak waarover de belastingrente wordt berekend, in afwijking in zoverre van het tweede lid, uiterlijk 10 weken na de datum van ontvangst van het verzoek. Het verzoek wordt op een door de inspecteur aangegeven wijze ingediend.
4 Het eerste lid vindt geen toepassing ingeval de naheffingsaanslag het gevolg is van een verzoek dat is gedaan binnen 3 maanden na het einde van het kalenderjaar of boekjaar waarop de nageheven belasting betrekking heeft.
5 Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing voor zover een in het eerste lid bedoelde belasting te laat, doch voordat een naheffingsaanslag is vastgesteld, wordt betaald, behoudens ingeval de betaling plaatsvindt binnen 3 maanden na het einde van het kalenderjaar of boekjaar waarop de te laat betaalde belasting betrekking heeft. Belastingrente wordt berekend over het tijdvak dat aanvangt op de dag volgend op het kalenderjaar of boekjaar waarop de te laat betaalde belasting betrekking heeft en eindigt op de dag van betaling en heeft als grondslag het bedrag van de te laat betaalde belasting.
6 Indien een naheffingsaanslag ter zake waarvan belastingrente in rekening is gebracht naar aanleiding van een bezwaarschrift, een daaropvolgende gerechtelijke procedure of een ambtshalve vermindering wordt verminderd of wordt vernietigd, wordt de eerder in rekening gebrachte rente naar evenredigheid verminderd, onderscheidenlijk vernietigd.
7 Voor de toepassing van het derde en vierde lid wordt onder een verzoek onder meer verstaan een herziening van een aangifte (suppletie) en een correctiebericht als bedoeld in artikel 28a van de Wet op de loonbelasting 1964.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
wijziging Stb 2022 530 (pdf) 36107 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2023 wijziging Stb 2022 530 (pdf) 36107 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2021 wijziging Stb 2019 513 (pdf) 35305 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2015 wijziging Stb 2014 578 (pdf) 34002 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2014 wijziging Stb 2013 566 (pdf) 33753 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2013 wijziging Stb 2011 639 (pdf) 33003 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-1997 wijziging Stb 1996 655 (pdf) 25051 MvT (web) MvT (pdf)
01-06-1996 vernummerd-wijziging Stb 1995 554 (pdf) 23806 MvT (pdf)