Algemene wet Bestuursrecht (Awb)
Hoofdstuk 4
Bijzondere bepalingen over besluiten
Titel 4.4Bestuursrechtelijke geldschulden
Afdeling 4.4.4Aanmaning en invordering bij dwangbevel
Paragraaf 4.4.4.1De aanmaning
Artikel 4:112 1 Het bestuursorgaan maant de schuldenaar die in verzuim is schriftelijk aan tot betaling binnen twee weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de aanmaning is toegezonden.2 Bij wettelijk voorschrift kan een andere termijn worden vastgesteld.
3 De aanmaning vermeldt dat bij niet tijdige betaling deze kan worden afgedwongen door op kosten van de schuldenaar uit te voeren invorderingsmaatregelen.
Artikel 4:113 1 Het bestuursorgaan kan voor de aanmaning een vergoeding in rekening brengen. De vergoeding bedraagt € 8 indien de schuld minder dan € 454 Per 1 januari 2015: € 500 bedraagt en € 19 indien de schuld € 454 Per 1 januari 2015: € 500 of meer bedraagt.
2 De aanmaning vermeldt de vergoeding die in rekening wordt gebracht.
Paragraaf 4.4.4.2
Invordering bij dwangbevel
Artikel 4:114 Onder dwangbevel wordt verstaan: een schriftelijk bevel van een bestuursorgaan dat ertoe strekt de betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 4:85 af te dwingen.Artikel 4:115 De bevoegdheid tot uitvaardiging van een dwangbevel bestaat slechts indien zij bij de wet is toegekend.
Artikel 4:116 Een dwangbevel levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden tenuitvoergelegd.
Artikel 4:117 1 Een dwangbevel wordt slechts uitgevaardigd wanneer binnen de overeenkomstig artikel 4:112 gestelde aanmaningstermijn niet volledig is betaald.
2 Bij de wet kan evenwel worden bepaald dat het dwangbevel zo nodig zonder aanmaning en voor het verstrijken van bij wettelijk voorschrift gestelde of eerder gegunde betalings- of aanmaningstermijnen kan worden uitgevaardigd of tenuitvoergelegd.
Artikel 4:118 Artikel 4:8 is niet van toepassing op de aanmaning en het dwangbevel.
Artikel 4:119 1 Bij het dwangbevel kunnen tevens de aanmaningsvergoeding, de wettelijke rente en de kosten van het dwangbevel worden ingevorderd.
2 Het dwangbevel kan betrekking hebben op verschillende verplichtingen tot betaling van een geldsom door de schuldenaar aan het bestuursorgaan.
Artikel 4:120 1 De betekening en de tenuitvoerlegging van het dwangbevel geschieden op kosten van degene tegen wie het is uitgevaardigd.
2 De gerechtelijke kosten worden berekend met toepassing van de op grond van artikel 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vastgestelde tarieven. De buitengerechtelijke kosten worden berekend met toepassing van bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen tarieven.
3 De kosten zijn ook verschuldigd indien het dwangbevel door betaling van verschuldigde bedragen niet of niet volledig ten uitvoer is gelegd.
Artikel 4:121 Indien een dwangbevel dat is uitgevaardigd voor een gedeelte van een verplichting tot betaling van een geldsom ten uitvoer wordt gelegd door beslaglegging, kunnen bij datzelfde dwangbevel alle tot het tijdstip van beslaglegging vervallen termijnen van die verplichting worden ingevorderd, mits het op dat tijdstip invorderbare bedrag uit het dwangbevel is op te maken.
Artikel 4:122 1 Het dwangbevel vermeldt in ieder geval:
a. aan het hoofd het woord «dwangbevel»;
b. het bedrag van de invorderbare hoofdsom;
c. de beschikking of het wettelijk voorschrift waaruit de geldschuld voortvloeit;
d. de kosten van het dwangbevel, en
e. dat het op kosten van de schuldenaar ten uitvoer kan worden gelegd.
2 Het dwangbevel vermeldt, indien van toepassing:
a. het bedrag van de aanmaningsvergoeding, en
b. de ingangsdatum van de wettelijke rente.
Artikel 4:123 1 De bekendmaking van een dwangbevel geschiedt door middel van de betekening van een exploot als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De artikelen 3:41 tot en met 3:45 zijn niet van toepassing.
2 Het exploot vermeldt in ieder geval de rechtbank waarbij tegen het dwangbevel en de tenuitvoerlegging ervan overeenkomstig de artikelen 438 en 438a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden opgekomen.
Artikel 4:124 Het bestuursorgaan beschikt ten aanzien van de invordering ook over de bevoegdheden die een schuldeiser op grond van het privaatrecht heeft.