Algemene wet Bestuursrecht (Awb)


Hoofdstuk 4

Bijzondere bepalingen over besluiten

Titel 4.1

Beschikkingen

Afdeling 4.1.3

Beslistermijn

§ 4.1.3.3

Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen

Artikel 4:20a 1 Deze paragraaf is van toepassing indien dit bij wettelijk voorschrift is bepaald.
2 Paragraaf 4.1.3.2 is niet van toepassing indien deze paragraaf van toepassing is.

Artikel 4:20b 1 Indien niet tijdig op de aanvraag tot het geven van een beschikking is beslist, is de gevraagde beschikking van rechtswege gegeven.
2 De verlening van rechtswege geldt als een beschikking.
3 In afwijking van artikel 3:40 treedt de beschikking in werking op de derde dag na afloop van de beslistermijn.

Artikel 4:20c 1 Het bestuursorgaan maakt de beschikking bekend binnen twee weken nadat zij van rechtswege is gegeven.
2 Bij de bekendmaking en mededeling van de beschikking wordt vermeld dat de beschikking van rechtswege is gegeven.

Artikel 4:20d 1 Indien het bestuursorgaan de beschikking niet overeenkomstig artikel 4:20c binnen twee weken heeft bekendgemaakt, verbeurt het na een daarop volgende ingebrekestelling door de aanvrager een dwangsom vanaf de dag dat twee weken zijn verstreken sinds die ingebrekestelling.
2 De dwangsom wordt berekend overeenkomstig artikel 4:17, eerste en tweede lid.
3 De artikelen 4:17, vierde lid, en zesde lid, onder a en b, en 4:18 tot en met 4:20 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4:20e Indien in een wettelijk voorschrift of een beleidsregel is bepaald dat in een beschikking steeds bepaalde voorschriften worden opgenomen, dan maken deze ook deel uit van de beschikking van rechtswege.

Artikel 4:20f 1 Het bestuursorgaan kan aan de beschikking van rechtswege alsnog voorschriften verbinden of de beschikking intrekken voor zover dit nodig is om ernstige gevolgen voor het algemeen belang te voorkomen.
2 Een beschikking als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden genomen binnen zes weken na de bekendmaking van de beschikking van rechtswege.
3 Het bestuursorgaan vergoedt de schade die door de wijziging of intrekking bedoeld in het eerste lid wordt veroorzaakt.