Advocatenwet (Advw)


Artikel 49 1 De raad van discipline neemt geen beslissing dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de advocaat tegen wie de klacht is ingediend, en van de klager.
2 De betrokken advocaat en de klager zijn bevoegd zich bij de behandeling van de klacht door een raadsman te doen bijstaan. Zij en hun raadslieden worden in de gelegenheid gesteld tijdig van de processtukken kennis te nemen. Hun wordt door de griffier van de raad van discipline tijdig medegedeeld, waar en wanneer deze gelegenheid bestaat.
3 De raad van discipline kan weigeren bepaalde personen, die van het verlenen van rechtshulp hun beroep maken en niet zijn advocaat, als raadsman toe te laten. De behandeling van de klacht wordt in dat geval aangehouden totdat de betrokkene in de gelegenheid is geweest de geweigerde raadsman te vervangen. Hij wordt door de griffier van de aanhouding en de reden daartoe in kennis gesteld.
4 De raad van discipline kan getuigen en deskundigen oproepen en horen. Het horen van getuigen en deskundigen kan worden opgedragen aan de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter of een van de leden of plaatsvervangende leden van de raad van discipline.
5 Op verzoek van de raad van discipline doet de officier van justitie hen dagvaarden. De getuigen en deskundigen zijn na dagvaarding verplicht te verschijnen.
6 Verschijnt een getuige of deskundige op de dagvaarding niet, dan doet de officier van justitie op verzoek van de raad van discipline hem andermaal dagvaarden, desverzocht met bevel tot medebrenging.
7 Artikel 6:1:5 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.
8 De voorzitter beëdigt de getuige, dat hij de gehele waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen; de getuige is verplicht op de gestelde vragen te antwoorden. De deskundige is gehouden zijn taak onpartijdig en naar beste weten te verrichten. Ingeval van toepassing van het vierde lid, tweede volzin, geschiedt de beëdiging van de getuige door het daartoe aangewezen lid-advocaat of plaatsvervangend lid-advocaat van de raad van discipline.
9 Op de getuigen en deskundigen vinden de artikelen 217-219 van het Wetboek van Strafvordering overeenkomstige toepassing.
10 De getuigen en deskundigen ontvangen desverkiezende op vertoon van hun oproeping of dagvaarding schadeloosstelling van het Rijk door de officier van justitie te begroten overeenkomstig het bij en krachtens de Wet griffierechten burgerlijke zaken bepaalde.
11 De raad van discipline behandelt de klacht in een openbare zitting. De raad kan om gewichtige redenen bevelen dat de behandeling geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren zal plaatsvinden.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2020 wijziging Stb 2017 82 (pdf) 34086 MvT (web) MvT (pdf)
01-11-2010 wijziging Stb 2010 715 (pdf) 31758 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-2008 wijziging Stb 2008 100 (pdf) 30815 MvT (web) MvT (pdf)
15-06-2002 wijziging Stb 2002 184 (pdf) 26940 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1989 wijziging Stb 1988 515 (pdf) 20488 MvT (pdf)
01-04-1988 wijziging Stb 1987 591 (pdf) 17916 MvT (pdf)
Stb 1987 592 (pdf)
01-02-1986 wijziging Stb 1984 417 (pdf) 16094 MvT (pdf)
01-05-1968 wijziging Stb 1968 161 (pdf) 8447 MvT (pdf)
01-01-1964 wijziging Stb 1963 130 (pdf) 6647 MvT (pdf)
01-10-1952 nieuwe-regeling Stb 1952 365 (pdf) 892 MvT (pdf)