Advocatenwet (Advw)


Artikel 48a 1 Bij de oplegging van de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk kan de raad van discipline daarbij zowel ten aanzien van deze maatregel als van het verbod om de titel van advocaat te voeren bepalen dat deze maatregel geheel of voor een door de raad van discipline te bepalen gedeelte niet zal worden ten uitvoer gelegd tenzij de raad van discipline later anders mocht bepalen op grond dat de betrokken advocaat zich vóór het einde van een in de beslissing aan te geven proeftijd aan een in artikel 46 bedoelde gedraging heeft schuldig gemaakt, of een bijzondere voorwaarde welke in de beslissing mocht zijn gesteld, niet heeft nageleefd.
2 De proeftijd beloopt ten hoogste twee jaren. Zij gaat in zodra de beslissing in kracht van gewijsde is gegaan.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2015 wijziging Stb 2014 354 (pdf) 32382 MvT (web) MvT (pdf)
01-02-1986 nieuw Stb 1984 417 (pdf) 16094 MvT (pdf)