Wet op het notarisambt (WN)


Artikel 6 1 Tot notaris is slechts benoembaar hij die de Nederlandse nationaliteit bezit of de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een overige staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat.
2 Voor de benoembaarheid tot notaris is vereist:
a. dat
1°. hem op grond van het met goed gevolg afleggen van een afsluitend examen van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs aan een universiteit dan wel de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de graad Master op het gebied van het notarieel recht is verleend, of
2°. hij het recht heeft verkregen om de titel meester te voeren op grond van het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het notarieel recht aan een universiteit of de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
b. dat hij:
1°. een stage heeft doorlopen als bedoeld in artikel 31;
2°. met goed gevolg heeft afgelegd het examen, bedoeld in artikel 33;
3°. als toegevoegd notaris of kandidaat-notaris gedurende de laatste twee jaren voorafgaand aan zijn verzoek tot benoeming, per jaar gemiddeld ten minste 21 uur per week, in het Koninkrijk in Europa onder verantwoordelijkheid van een notaris of een waarnemer werkzaam is geweest of het notarisambt heeft waargenomen, dan wel als notaris gedurende die periode het notarisambt heeft vervuld;
4°. dat hij in het bezit is van een ondernemingsplan dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 7, eerste lid, alsmede van het advies als bedoeld in artikel 7, tweede lid, alsmede
c. dat hij in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
d. dat hij de Nederlandse taal in voldoende mate beheerst voor een goede uitoefening van het notarisambt.
3 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de beroepsvereisten, waaraan hij die de opleiding, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, heeft gevolgd moet voldoen.
4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen graden, verleend door een universiteit, de Open Universiteit of een hogeschool als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of daaraan gelijkwaardige getuigschriften worden aangewezen die voor de toepasselijkheid van het tweede lid, onderdeel a, onder 1°, gelijk worden gesteld aan de in dat lid bedoelde graad Bachelor op het gebied van het recht.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
wijziging Stb 2012 272 (pdf) 31040 MvT (web) MvT (pdf)
Stb 2013 215 (pdf) 33419 MvT (web) MvT (pdf)
01-03-2020 wijziging Stb 2020 2 (pdf) 35262 MvT (web) MvT (pdf)
18-01-2016 wijziging Stb 2015 478 (pdf) 34272 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2014 wijziging Stb 2014 202 (pdf) 33569 MvT (web) MvT (pdf)
21-06-2013 wijziging Stb 2013 215 (pdf) 33419 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2013 wijziging Stb 2011 470 (pdf) 32250 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2012 wijziging Stb 2011 470 (pdf) 32250 MvT (web) MvT (pdf)
26-03-2008 wijziging Stb 2008 85 (pdf) 31248 MvT (web) MvT (pdf)
21-12-2007 wijziging Stb 2007 530 (pdf) 31059 MvT (web) MvT (pdf)
01-03-2007 wijziging Stb 2005 32 (pdf) 28925 MvT (web) MvT (pdf)
01-03-2005 wijziging Stb 2005 32 (pdf) 28925 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-2004 wijziging Stb 2004 315 (pdf) 28886 MvT (web) MvT (pdf)
01-08-2004 wijziging Stb 2004 213 (pdf) 29212 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2004 wijziging Stb 2002 552 (pdf) 24797 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-1999 nieuwe-regeling Stb 1999 190 (pdf) 23706 MvT (pdf)