Wet op het notarisambt (WN)


Artikel 39 1 De bij het verlijden van de akte verschijnende personen en getuigen moeten aan de notaris bekend zijn. Hij stelt de identiteit van de personen die de eerste maal voor hem verschijnen vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. Indien onder de verantwoordelijkheid van de notaris werkzame personen als gevolmachtigden of getuigen optreden, is de tweede volzin niet van toepassing.
2 De notaris kan in alle gevallen de tegenwoordigheid van twee getuigen verlangen indien hij dit wenselijk acht.
3 De getuigen moeten meerderjarig zijn en hun woonplaats hebben in Nederland. Zij moeten de taal verstaan waarin de akte is opgesteld, of die waarin de akte van bewaargeving is geschreven.
4 Geen getuigen kunnen zijn:
a. de echtgenoot en de bloed- en aanverwanten van de notaris of de partijen bij de akte tot en met de derde graad;
b. de vervangen notaris en diens echtgenoot, indien de akte wordt verleden door een waarnemer.
5 In geval van niet-naleving van enige bepaling van dit artikel, met uitzondering van het eerste lid, tweede volzin, mist de akte authenticiteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2023 wijziging Stb 2022 345 (pdf) 36003 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2005 wijziging Stb 2004 300 (pdf) 29218 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2003 wijziging Stb 2002 230 (pdf) 27245 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-1999 nieuwe-regeling Stb 1999 190 (pdf) 23706 MvT (pdf)