Wet op het notarisambt (WN)


Artikel 109 1 In gevallen waarin een van de in artikelĀ 103, eerste lid, onder e en f, omschreven maatregelen of de maatregel van ontzegging van de bevoegdheid om waar te nemen en om als toegevoegd notaris op te treden, voor bepaalde of onbepaalde duur, bedoeld in artikelĀ 103, derde lid, is opgelegd, kan, zo bijzondere omstandigheden zulks wettigen, bij koninklijk besluit worden bepaald dat de schorsing wordt opgeheven, dat de betrokken notaris in zijn ambt wordt hersteld of dat de toegevoegd notaris of kandidaat-notaris in de hem ontzegde bevoegdheden wordt hersteld.
2 De voordracht tot een besluit krachtens het eerste lid wordt gedaan door Onze Minister. Alvorens zodanige voordracht wordt gedaan, wint Onze Minister het advies in van de kamer voor het notariaat of het gerechtshof die de maatregel heeft opgelegd.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2013 wijziging Stb 2011 470 (pdf) 32250 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-1999 nieuwe-regeling Stb 1999 190 (pdf) 23706 MvT (pdf)