Wet forensische zorg (Wfz)


Artikel 6.5 1 Indien het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, kan Onze Minister bepalen dat een forensische patiënt tijdelijk voor een periode van ten hoogste zeven weken wordt geplaatst in een andere instelling dan de instelling waar de forensische patiënt is geplaatst, teneinde te bezien of een overplaatsing met het oog op de veiligheid nodig is.
2 Indien de behandeling van de forensische patiënt gezien de aard van de bij hem geconstateerde psychische stoornis, verslaving daaronder begrepen, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap zulks eist, kan Onze Minister bepalen dat een forensische patiënt tijdelijk voor een periode van ten hoogste zeven weken wordt geplaatst in een andere instelling dan de instelling waar de forensische patiënt is geplaatst, teneinde te bezien of een overplaatsing met het oog op een andere behandeling nodig is.
3 Indien de tijdelijke plaatsing, bedoeld in het eerste of tweede lid, niet leidt tot de overplaatsing van de forensische patiënt naar een andere instelling, keert hij na het verstrijken van de termijn van ten hoogste zeven weken terug naar de instelling, waarin hij was geplaatst.
4 Onze Minister kan, indien dit met het oog op de voorbereiding van de terugkeer van de forensische patiënt naar de instelling waarin hij was geplaatst noodzakelijk is, de termijn, bedoeld in het derde lid, met ten hoogste vier weken verlengen.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
Aanhangig 35936 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2019 nieuwe-regeling Stb 2018 38 (pdf) 32398 MvT (web) MvT (pdf)