Wet forensische zorg (Wfz)


Artikel 6.2 1 Bij de plaatsing, bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, worden in ieder geval in de overwegingen betrokken:
a. de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de forensische patiënt voor de veiligheid van anderen dan de forensische patiënt of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt;
b. de eisen die de verlening van forensische zorg aan de forensische patiënt gezien de aard van de bij hem geconstateerde psychische stoornis of verstandelijke beperking stelt;
c. de forensische zorgbehoefte en het beveiligingsniveau zoals opgenomen in de indicatiestelling.
2 Ten aanzien van de overplaatsing van de forensische patiënt naar een andere zorgaanbieder is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
3 In verband met de in het eerste lid, onder a, genoemde eisen kan Onze Minister bij de plaatsing of overplaatsing voorwaarden stellen, waaraan verlening van forensische zorg aan de forensische patiënt dient te voldoen.
4 De officier van justitie geeft op verzoek van Onze Minister advies over het niveau van beveiliging dan wel over de te stellen voorwaarden, bedoeld in het derde lid.
5 De gegevens welke zijn opgenomen in de indicatiestelling worden door Onze Minister slechts gebruikt ten behoeve van het besluit, bedoeld in artikel 6.1, eerste lid en voor het maken van prognoses.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2019 nieuwe-regeling Stb 2018 38 (pdf) 32398 MvT (web) MvT (pdf)