Artikel 5.2 1 Een door Onze Minister aan te wijzen orgaan is bevoegd een indicatiestelling af te geven aan de rechter, officier van justitie of Onze Minister.
2 Onze Minister is bevoegd om een nieuwe indicatiestelling te gelasten, indien deze naar zijn oordeel of naar het oordeel van de zorgaanbieder niet meer voorziet in de noodzakelijke forensische zorg. Alvorens een nieuwe indicatiestelling te gelasten, worden de zorgaanbieder en de forensische patiƫnt hierover gehoord.
3 De artikelen 196, 197, 198, 317, 509g en 509h van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing op het onderzoek ten behoeve van de indicatiestelling.
4 In spoedeisende gevallen kan de officier van justitie gelasten dat forensische zorg wordt verleend, alvorens een indicatiestelling is afgegeven en de strafrechtelijke titel is verleend.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2019 | nieuwe-regeling | Stb 2018 38 (pdf) | 32398 | MvT (web) MvT (pdf) |