Wet arbeid en zorg (WARZO)


Hoofdstuk 4

Kort verzuimverlof en geboorteverlof

§ 2

Melding en informatie

Meldingsverplichting

Artikel 4:3 1 De werknemer meldt vooraf aan de werkgever dat hij het verlof, bedoeld in artikel 4:1, opneemt onder opgave van de reden. Indien dit niet mogelijk is, meldt de werknemer het opnemen van het verlof zo spoedig mogelijk aan de werkgever onder opgave van de reden.
2 De werknemer meldt het voornemen om het verlof, bedoeld in de artikelen 4:2 of 4:2a, op te nemen ten minste vier weken voor het tijdstip van ingang van het verlof schriftelijk of elektronisch aan de werkgever onder opgave van de periode, het aantal gehele weken waarvoor hij verlof opneemt, of als de arbeidsduur over een ander tijdvak is overeengekomen waarover hij verlof opneemt over dat tijdvak, en de spreiding daarvan over de week of het anderszins overeengekomen tijdvak. Indien het niet mogelijk is de melding van het verlof tijdig te doen, meldt de werknemer het voornemen om het verlof op te nemen zo spoedig mogelijk aan de werkgever.
3 De tijdstippen van ingang en einde van het in de artikelen 4:2 en 4:2a bedoelde verlof kunnen afhankelijk worden gesteld van de datum van de bevalling en ten aanzien van het verlof, bedoeld in artikel 4:2a, eveneens van het einde van het bevallingsverlof.
4 De werkgever kan, na overleg met de werknemer, de door de werknemer gewenste wijze van invulling van het in artikel 4:2a bedoelde verlof op grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang wijzigen tot twee weken voor het tijdstip van ingang van het verlof.
5 Indien toepassing wordt gegeven aan de artikelen 4:2, tweede lid, of 4:2a, derde lid, zijn het eerste tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing.
6 Het verlof van de militaire ambtenaar vangt niet aan of eindigt in ieder geval zodra de werkgever aan hem kenbaar maakt dat hij tegen het opnemen van het verlof onderscheidenlijk de voortzetting daarvan een zodanig zwaarwegend dienstbelang heeft, dat het belang van de militaire ambtenaar daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Toepassing van de eerste zin laat het recht op het geboorteverlof, bedoeld in artikel 4:2, en vervolgens het recht op het aanvullend geboorteverlof, bedoeld in artikel 4:2a, onverlet. De werkgever kan daarbij een tijdvak van maximaal negen maanden, te rekenen vanaf de eerste dag na de bevalling, toepassen.

Informatieverplichting

Artikel 4:4 De werkgever kan achteraf van de werknemer verlangen dat hij aannemelijk maakt dat hij zijn arbeid niet heeft kunnen verrichten wegens een van de redenen genoemd in de artikelen 4:1, 4:2 of 4:2a.

Intrekking of wijziging melding aanvullend geboorteverlof

Artikel 4:4a 1 De werkgever stemt in met een verzoek van de werknemer om het aanvullend geboorteverlof niet op te nemen of niet voort te zetten als gevolg van het opnemen van het zwangerschaps- of bevallingsverlof, bedoeld in artikel 3:1, eerste lid, het verlof, bedoeld in artikel 3:1a, eerste lid of vierde lid, of het adoptieverlof, bedoeld in artikel 3:2, eerste lid. In dat geval wordt het recht op verlof opgeschort. Verlof dat niet wordt opgenomen gedurende het tijdvak, bedoeld in artikel 4:2a, vervalt. De werkgever hoeft aan het verzoek niet met ingang van een vroeger tijdstip gevolg te geven dan vier weken na het verzoek.
2 De werkgever stemt in met een verzoek van de werknemer om het aanvullend geboorteverlof niet op te nemen of niet voort te zetten als gevolg van onvoorziene omstandigheden, tenzij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich hiertegen verzet. Indien de werkgever instemt met het verzoek wordt het recht op verlof opgeschort. Verlof dat niet wordt opgenomen gedurende het tijdvak, bedoeld in artikel 4:2a, vervalt. De werkgever hoeft aan het verzoek niet met ingang van een vroeger tijdstip gevolg te geven dan vier weken na het verzoek. Indien de werkgever het verzoek weigert, motiveert hij dit schriftelijk binnen een redelijke termijn na de indiening van het verzoek.