Wet arbeid en zorg (WARZO)


Artikel 4:4a 1 De werkgever stemt in met een verzoek van de werknemer om het aanvullend geboorteverlof niet op te nemen of niet voort te zetten als gevolg van het opnemen van het zwangerschaps- of bevallingsverlof, bedoeld in artikel 3:1, eerste lid, het verlof, bedoeld in artikel 3:1a, eerste lid of vierde lid, of het adoptieverlof, bedoeld in artikel 3:2, eerste lid. In dat geval wordt het recht op verlof opgeschort. Verlof dat niet wordt opgenomen gedurende het tijdvak, bedoeld in artikel 4:2a, vervalt. De werkgever hoeft aan het verzoek niet met ingang van een vroeger tijdstip gevolg te geven dan vier weken na het verzoek.
2 De werkgever stemt in met een verzoek van de werknemer om het aanvullend geboorteverlof niet op te nemen of niet voort te zetten als gevolg van onvoorziene omstandigheden, tenzij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich hiertegen verzet. Indien de werkgever instemt met het verzoek wordt het recht op verlof opgeschort. Verlof dat niet wordt opgenomen gedurende het tijdvak, bedoeld in artikel 4:2a, vervalt. De werkgever hoeft aan het verzoek niet met ingang van een vroeger tijdstip gevolg te geven dan vier weken na het verzoek. Indien de werkgever het verzoek weigert, motiveert hij dit schriftelijk binnen een redelijke termijn na de indiening van het verzoek.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
08-12-2021 nieuw Stb 2021 592 (pdf) 35613 MvT (web) MvT (pdf)