Werkloosheidswet (WW)


Hoofdstuk VI

Reïntegratiemaatregelen

Artikel 72 Vervallen

Artikel 72a De overheidswerkgever heeft tot taak de inschakeling in de arbeid te bevorderen van:
a. een persoon die uit hoofde van een dienstbetrekking als overheidswerknemer met die overheidswerkgever recht heeft op uitkering op grond van hoofdstuk II;
b. een overheidswerknemer die kan aantonen dat de dienstbetrekking binnen vier maanden zal eindigen en van wie naar het oordeel van het UWV redelijkerwijs valt aan te nemen dat hij recht zal hebben op een uitkering op grond van hoofdstuk II.

Artikel 73 De werknemer die recht heeft op een uitkering op grond van deze wet heeft recht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling.

Artikel 74 Vervallen

Artikel 75 Onze Minister is bevoegd regels te stellen op grond waarvan, in bij die regels aan te geven gevallen en met inachtneming van bij die regels te stellen beperkingen, de werknemer bevoegd is deel te nemen aan een opleiding of scholing in dagonderwijs.

Artikel 76 1 Indien de werknemer die recht heeft op een uitkering op grond van hoofdstuk II, deelneemt of gaat deelnemen aan een voor hem, naar het oordeel van het UWV, noodzakelijke opleiding of scholing, blijft volgens door Onze Minister te stellen regels het recht op uitkering op grond van dat hoofdstuk bestaan.
2 In de door Onze Minister te stellen regels, die voor verschillende groepen werknemers verschillend kunnen luiden, worden in ieder geval voorschriften en beperkingen gegeven met betrekking tot de aard, de omvang en de duur van de opleiding of scholing.

Artikel 76a 1 Het UWV kan toestemming verlenen aan de werknemer, die recht heeft op een uitkering op grond van hoofdstuk II, om op een proefplaats bij een werkgever gedurende maximaal zes maanden onbeloonde werkzaamheden te verrichten.
2 Voor de werknemer, bedoeld in het eerste lid, blijft het recht op uitkering op grond van hoofdstuk II bestaan, onverminderd artikel 20, eerste lid, aanhef en onderdeel b, gedurende de periode waarover toestemming is verleend tot het verrichten van die werkzaamheden.
3 De onbeloonde werkzaamheden op een proefplaats zijn:
a. werkzaamheden, waartoe de werknemer met zijn krachten en bekwaamheden in staat is;
b. werkzaamheden, waarbij de werkgever, bij wie de proefplaatsing geschiedt, een aansprakelijkheidsverzekering ten behoeve van de werknemer heeft afgesloten;
c. werkzaamheden, die de werknemer niet reeds eerder onbeloond op een proefplaats bij die werkgever of diens rechtsvoorganger heeft verricht; en
d. werkzaamheden, waarbij er, naar het oordeel van het UWV, een reëel uitzicht is op een op de onbeloonde werkzaamheden aansluitende dienstbetrekking van dezelfde of grotere omvang voor ten minste 6 maanden.
4 Indien de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, wegens ziekte worden onderbroken, wordt de periode waarin een uitkering bij ziekte wordt ontvangen, voor de toepassing van dat lid buiten beschouwing gelaten.
5 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de uitvoering van het eerste tot en met vierde lid.

Artikel 77 Vervallen

Artikel 77a 1 Het UWV kan een werknemer toestemming verlenen om gedurende 26 kalenderweken werkzaamheden in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep te verrichten, indien:
a. aannemelijk is dat de werknemer in de toekomst met die werkzaamheden structureel in zijn bestaan kan voorzien;
b. de werkzaamheden nog geen aanvang hebben genomen;
c. de werknemer recht heeft op uitkering op grond van hoofdstuk II, anders dan op grond van artikel 18;
d. geen werkzaamheden verricht worden in opdracht, ten behoeve, of onder verantwoordelijkheid van de werkgever bij wie de werknemer, bedoeld in het eerste lid, onmiddellijk voorafgaande aan het intreden van zijn werkloosheid als werknemer arbeid heeft verricht;
e. deze toestemming tijdens de uitkeringsduur niet eerder aan de werknemer is verleend.
2 Voor de werknemer, bedoeld in het eerste lid, blijft, onverminderd artikel 20, eerste lid, aanhef en onderdeel b, het recht op uitkering op grond van hoofdstuk II bestaan.
3 De werknemer aan wie toestemming is verleend als bedoeld in het eerste lid wordt geacht werknemer te zijn en te blijven zolang die toestemming duurt.

Artikel 78 De werknemer, ten aanzien van wie artikel 75, 76, 76a, 77 of 77a wordt toegepast, wordt geacht werkloos te zijn en te blijven zolang die toepassing duurt.

Artikel 78a Vervallen

Artikel 78b Vervallen

Artikel 78c Het UWV kan de werknemer, die recht heeft op een uitkering op grond van hoofdstuk II, en voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten gedurende maximaal twee jaar. Artikel 10a, tweede tot en met tiende lid, van de Participatiewet is van overeenkomstige toepassing.