Werkloosheidswet (WW)


Artikel 79 1 Het UWV verhaalt op de overheidswerkgever tot wie de dienstbetrekking bestond uit hoofde waarvan de overheidswerknemer de in onderdeel a bedoelde uitkering ontvangt:
a. de op grond van hoofdstuk II te betalen uitkering aan die overheidswerknemer, met uitzondering van de premie verschuldigd over een uitkering, als bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;
b. de op grond van enige wet over de uitkering, bedoeld in onderdeel a, door het UWV verschuldigde premies en de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 42 van de Zorgverzekeringswet, die niet op deze uitkering in mindering kunnen worden gebracht, met uitzondering van de premie verschuldigd over een uitkering, als bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder uitkering niet verstaan de uitkering aan een persoon:
a. voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de, in de in het eerste lid bedoelde dienstbetrekking, verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet;
b. waarvan het de overheidswerkgever niet redelijkerwijs duidelijk kon zijn dat deze tot hem in een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking stond;
c. welke op grond van deze wet wordt ontvangen in de eerste dertien weken van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte. Perioden van ongeschiktheid worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.
3 Op het totaal van de bedragen die op de overheidswerkgever op grond van het eerste lid over enig tijdvak wordt verhaald, wordt in mindering gebracht hetgeen het UWV in dat tijdvak ontvangt door de toepassing van artikel 36, onder aftrek van de daarop betrekking hebbende uitvoeringskosten, voorzover die toepassing betrekking heeft op uitkeringen en premies die eerder op grond van dat lid op de overheidswerkgever zijn verhaald.
4 Indien hetgeen op grond van het derde lid in mindering wordt gebracht het totaal van de bedragen die op de overheidswerkgever over het betrokken tijdvak wordt verhaald overtreft, wordt dat meerdere door het UWV betaald aan de overheidswerkgever.
5 Indien de overheidswerkgever, bedoeld in het eerste lid, niet meer bestaat, wordt voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid onder overheidswerkgever verstaan de rechtsopvolger van die overheidswerkgever. De eerste zin is niet van toepassing met betrekking tot de rechtsopvolger na faillissement.
6 Het UWV kan de in het eerste lid bedoelde bedragen invorderen bij dwangbevel.
7 Het UWV kan nadere regels stellen met betrekking tot het eerste tot en met derde lid en het vijfde lid.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2018 wijziging Stb 2017 484 (pdf) 34766 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2015 wijziging Stb 2014 216 (pdf) 33818 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2015 wijziging Stb 2014 504 (pdf) 33988 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2013 wijziging Stb 2011 288 (pdf) 32131 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2009 wijziging Stb 2009 265 (pdf) 31124 MvT (web) MvT (pdf)
01-05-2007 wijziging Stb 2006 703 (pdf) 30682 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-2006 wijziging Stb 2006 303 (pdf) 30370 MvT (web) MvT (pdf)
30-06-2006 wijziging Stb 2006 303 (pdf) 30370 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2006 nieuw Stb 2005 37 (pdf) 29531 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1998 wijziging Stb 1997 706 (pdf) 25342 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1995 wijziging Stb 1994 916 (pdf) 23775 MvT (pdf)
01-01-1987 nieuwe-regeling Stb 1986 566 (pdf) 19261