Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Statuut)


§ 5

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 54 Vervallen

Artikel 55 1 Wijziging van dit Statuut geschiedt bij rijkswet.
2 Een voorstel tot wijziging, door de Staten-Generaal aangenomen, wordt door de Koning niet goedgekeurd, alvorens het door Aruba, Curaçao en Sint Maarten is aanvaard. Deze aanvaarding geschiedt bij landsverordening.
Deze landsverordening wordt niet vastgesteld alvorens het ontwerp door de Staten in twee lezingen is goedgekeurd. Indien het ontwerp in eerste lezing is goedgekeurd met twee derden der uitgebrachte stemmen, geschiedt de vaststelling terstond. De tweede lezing vindt plaats binnen een maand nadat het ontwerp in eerste lezing is goedgekeurd.
3 Indien en voor zover een voorstel tot wijziging van het Statuut afwijkt van de Grondwet, wordt het voorstel behandeld op de wijze, als de Grondwet voor voorstellen tot verandering in de Grondwet bepaalt, met dien verstande, dat de beide kamers in tweede lezing de voorgestelde verandering bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen kunnen aannemen.

Artikel 56 Op het tijdstip van inwerkingtreding van het Statuut bestaande autoriteiten, verbindende wetten, verordeningen en besluiten blijven gehandhaafd totdat zij door andere, met inachtneming van dit Statuut, zijn vervangen. Voor zover het Statuut zelf in enig onderwerp anders voorziet, geldt de regeling van het Statuut.

Artikel 57 Wetten en algemene maatregelen van bestuur, die in de Nederlandse Antillen golden, hebben de staat van rijkswet, onderscheidenlijk van algemene maatregel van rijksbestuur, met dien verstande, dat zij, voor zover zij ingevolge het Statuut bij landsverordening kunnen worden gewijzigd, de staat hebben van landsverordening.

Artikel 57a Bestaande rijkswetten, wetten, landsverordeningen, algemene maatregelen van rijksbestuur, algemene maatregelen van bestuur en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in het Statuut, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor met inachtneming van het Statuut een voorziening is getroffen.

Artikel 58 1 Aruba kan bij landsverordening verklaren dat het de rechtsorde neergelegd in het Statuut ten aanzien van Aruba wil beëindigen.
2 Het voorstel van een zodanige landsverordening gaat bij indiening vergezeld van een schets van een toekomstige constitutie, houdende tenminste bepalingen inzake de grondrechten, regering, vertegenwoordigend orgaan, wetgeving en bestuur, rechtspraak en wijziging van de constitutie.
3 De Staten kunnen het voorstel niet goedkeuren dan met een meerderheid van twee derden van de stemmen van het aantal zitting hebbende leden.

Artikel 59 1 Binnen zes maanden nadat de Staten van Aruba het in artikel 58 genoemde voorstel hebben goedgekeurd wordt een bij landsverordening geregeld referendum gehouden, waarbij de kiesgerechtigden voor de Staten zich kunnen uitspreken over het goedgekeurde voorstel.
2 Het goedgekeurde voorstel wordt niet als landsverordening vastgesteld dan nadat bij het referendum een meerderheid van het aantal kiesgerechtigden voor het voorstel heeft gestemd.

Artikel 60 1 Na vaststelling van de landsverordening overeenkomstig de artikelen 58 en 59 en goedkeuring van de toekomstige constitutie door de Staten van Aruba met een meerderheid van ten minste twee derden van de stemmen van het aantal zitting hebbende leden wordt overeenkomstig het gevoelen van de regering van Aruba bij koninklijk besluit het tijdstip van beëindiging van de in het Statuut neergelegde rechtsorde ten aanzien van Aruba bepaald.
2 Dit tijdstip ligt ten hoogste een maand na de datum van vaststelling van de constitutie. Deze vaststelling vindt plaats ten hoogste een jaar na de datum van het in artikel 59 bedoelde referendum.

Artikel 60a 1 De door de eilandsraden van Curaçao en Sint Maarten bij eilandsverordening vastgestelde ontwerpen voor een Staatsregeling van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten, verkrijgen op het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen de staat van Staatsregeling van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten, indien:
a. het gevoelen van de regering van het Koninkrijk is ingewonnen voordat het ontwerp aan de betrokken eilandsraad is aangeboden, onderscheidenlijk voordat een initiatiefontwerp door de betrokken eilandsraad in onderzoek is genomen
b. het ontwerp door de betrokken eilandsraad met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen is aanvaard en
c. de regering van het Koninkrijk met het door de betrokken eilandsraad vastgestelde ontwerp heeft ingestemd.
2 Indien een ontwerp door een eilandsraad is aanvaard met een kleinere meerderheid dan twee derden van de uitgebrachte stemmen, dan wordt voldaan aan de voorwaarde genoemd in het eerste lid, onder b, indien de eilandsraad na de stemming over het ontwerp is ontbonden en het ontwerp met een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen is aanvaard door de in verband met die ontbinding nieuw gekozen eilandsraad.
3 Indien een ontwerp door een eilandsraad is aanvaard met een kleinere meerderheid dan twee derden van de uitgebrachte stemmen en de betrokken eilandsraad niet is ontbonden, dan wordt die eilandsraad door de gezaghebber ontbonden. Het besluit tot ontbinding behelst de uitschrijving van de verkiezing van een nieuwe eilandsraad binnen twee maanden en de eerste samenkomst van de nieuwe eilandsraad binnen drie maanden na de datum van het besluit tot ontbinding. Indien de nieuw gekozen eilandsraad het ontwerp aanvaardt met een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, wordt voldaan aan de voorwaarde genoemd onder b van het eerste lid.

Artikel 60b 1 De door de eilandsraden van Curaçao en Sint Maarten bij eilandsverordening vastgestelde ontwerp-landsverordeningen van Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten, verkrijgen op het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen de staat van landsverordeningen van het land Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten.
2 De door het Bestuurscollege van Curaçao of Sint Maarten bij eilandsbesluit of eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde ontwerp-landsbesluiten onderscheidenlijk ontwerp-landsbesluiten, houdende algemene maatregelen van Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten, verkrijgen op het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen de staat van landsbesluit, onderscheidenlijk landsbesluit, houdende algemene maatregelen van Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten.

Artikel 60c De Bestuurscolleges van Curaçao en Sint Maarten kunnen met elkaar en één of meer regeringen van de landen van het Koninkrijk ontwerp-onderlinge regelingen treffen die de staat van onderlinge regeling in de zin van artikel 38, eerste lid, krijgen op het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen.

Artikel 61 Het Statuut treedt in werking op het tijdstip van de plechtige afkondiging, nadat het bevestigd is door de Koning.
Alvorens de bevestiging geschiedt, behoeft het Statuut aanvaarding voor Nederland op de wijze, in de Grondwet voorzien; voor Suriname en voor de Nederlandse Antillen door een besluit van het vertegenwoordigende lichaam.
Dit besluit wordt genomen met twee derden der uitgebrachte stemmen. Wordt deze meerderheid niet verkregen, dan worden de Staten ontbonden en wordt door de nieuwe Staten bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen beslist.

Artikel 62 Vervallen.