Provinciewet (PW)


Titel II

De inrichting en samenstelling van het provinciebestuur

Hoofdstuk IVA

De rekenkamer

§ 2

De gemeenschappelijke rekenkamer

Artikel 79l In afwijking van artikel 79a kunnen provinciale staten met provinciale staten van een of meer andere provincies met toepassing van artikel 40 en artikel 41, eerste lid, juncto artikel 8, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, of met de raad of de raden van één of meer gemeenten, al dan niet met provinciale staten van één of meer andere provincies tezamen, met toepassing van artikel 51 en artikel 52, eerste lid, juncto artikel 8, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen een gemeenschappelijke rekenkamer instellen. De artikelen 10, tweede, derde en vijfde tot en met achtste lid, 10a, 11, 11a, 15, 16, 17, 20, derde lid, 21, 22, 23, 43 en 54 van die wet zijn niet van toepassing.

Artikel 79m 1 De artikelen 79b tot en met 79f, 79h, 79i, 79j, eerste, derde en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de gemeenschappelijke rekenkamer, met dien verstande dat in de artikelen 79b tot en met 79d, 79i, tweede lid, en 79j, eerste lid, voor «provinciale staten» telkens wordt gelezen «provinciale staten van de deelnemende provincies gezamenlijk» of, indien de rekenkamer mede is ingesteld door gemeenten, «provinciale staten en de raden van de deelnemende provincies en gemeenten gezamenlijk».
2 Artikel 79g is op de gemeenschappelijke rekenkamer van toepassing, met dien verstande dat voor «provinciale staten» wordt gelezen «provinciale staten van de provincie die daartoe in de regeling waarbij de gemeenschappelijke rekenkamer is ingesteld, zijn aangewezen» of, indien de rekenkamer mede is ingesteld door gemeenten, «provinciale staten van de provincie of de raad van de gemeente die daartoe in de regeling waarbij de gemeenschappelijke rekenkamer is ingesteld zijn of is aangewezen».

Artikel 79n Indien provinciale staten van één of meer provincies met de raad of raden van een of meer gemeenten een gemeenschappelijke rekenkamer instellen, is, onverminderd artikel 79m, eerste lid, juncto artikel 79f, een lid van de rekenkamer niet tevens:
a. burgemeester;
b. wethouder;
c. lid van de raad van een deelnemende gemeente;
d. ambtenaar, in dienst van een deelnemende gemeente of uit anderen hoofde aan het bestuur van een deelnemende gemeente ondergeschikt;
e. ambtenaar, in dienst van de Staat, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op een deelnemende gemeente;
f. functionaris, krachtens wet of algemene maatregel van bestuur geroepen om het gemeentebestuur van een deelnemende gemeente van advies te dienen.

Artikel 79o In de regeling waarbij de gemeenschappelijke rekenkamer wordt ingesteld, worden ten minste regels gesteld over:
a. het op verzoek van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer in dienst nemen van de ambtenaren die nodig zijn voor een goede uitoefening van de werkzaamheden van de rekenkamer;
b. de vergoeding die de leden van de rekenkamer voor hun werkzaamheden ontvangen en de tegemoetkoming in de kosten.