Provinciewet (PW)


Titel I

Begripsbepalingen

Artikel 1 1 In deze wet wordt verstaan onder het aantal inwoners van een provincie: het aantal inwoners volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari.
2 Voor de vaststelling van het inwonertal bedoeld in artikel 8, geldt als peildatum 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar van de verkiezing van provinciale staten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek kan op schriftelijk verzoek van provinciale staten het inwonertal per de eerste dag van de vierde maand voorafgaande aan de maand van kandidaatstelling vaststellen indien aannemelijk is dat een in dat artikel genoemd inwonertal op genoemde datum is overschreden. In dat geval geldt dit tijdstip als peildatum.

Artikel 2 In deze wet wordt verstaan onder ingezetenen: zij die hun werkelijke woonplaats in de provincie hebben.

Artikel 3 Zij die als ingezetene met een adres in een gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht werkelijke woonplaats te hebben in de provincie waarin die gemeente is gelegen.

Artikel 4 Vervallen

Artikel 5 In deze wet wordt verstaan onder:
a. provinciebestuur: ieder bevoegd orgaan van de provincie;
b. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.