Burgerlijk Wetboek Boek 5 (BW)
Artikel 61 1 Mandeligheid die is ontstaan ingevolge het vorige artikel, eindigt:
a. wanneer de gemeenschap eindigt;
b. wanneer de bestemming van de zaak tot gemeenschappelijk nut van de erven wordt opgeheven bij een tussen de mede-eigenaars opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers;
c. zodra het nut van de zaak voor elk van de erven is geëindigd.
2 Het feit dat het nut van de zaak voor elk van de erven is geëindigd, kan in de openbare registers worden ingeschreven.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-1992 | nieuwe-regeling | Stb 1991 600 (pdf) | ||
01-01-1992 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1991 600 (pdf) |