Burgerlijk Wetboek Boek 2 (BW)


Artikel 286 1 Een stichting moet worden opgericht bij notariële akte.
2 De akte moet worden verleden in de Nederlandse taal. Indien de stichting haar zetel heeft in de provincie Fryslân kan de akte in de Friese taal worden verleden. Een volmacht tot medewerking aan de akte moet schriftelijk zijn verleend. De stichting kan worden opgericht door een uiterste wilsbeschikking, gemaakt bij een notariële akte die in een vreemde taal is verleden; de statuten van de stichting moeten ook dan in de Nederlandse of Friese taal luiden.
3 De akte bevat de statuten van de stichting.
4 De statuten moeten inhouden:
a. de naam der stichting, met het woord stichting als deel van de naam;
b. het doel der stichting;
c. de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders en, indien er een raad van commissarissen wordt ingesteld, de wijze van benoeming en ontslag van commissarissen;
d. de gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft;
e. de bestemming van het overschot na vereffening van de stichting in geval van ontbinding, of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.
5 De notaris, ten overstaan van wie de akte is verleden, draagt zorg dat de statuten bevatten hetgeen in de leden 2-4 is genoemd. Bij verzuim is hij persoonlijk jegens hen die daardoor schade hebben geleden, aansprakelijk.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-07-2021 wijziging Stb 2020 507 (pdf) 34491 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2003 wijziging Stb 2002 230 (pdf) 27245 MvT (web) MvT (pdf)
01-02-2002 wijziging Stb 2001 574 (pdf) 27647 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1992 wijziging Stb 1989 541 (pdf) 17725 MvT (pdf)
Stb 1991 605 (pdf)
01-07-1976 nieuwe-regeling Stb 1976 395 (pdf) 3769 MvT (pdf)