Burgerlijk Wetboek Boek 1 (BW)


Boek 1

Personen- en familierecht

Titel 10

Scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed

Afdeling 1

Scheiding van tafel en bed

Artikel 168 Vervallen

Artikel 169 1 Scheiding van tafel en bed kan worden verzocht op dezelfde grond en op dezelfde wijze als echtscheiding.
2 De artikelen 151, 154 tot en met 159a zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de termijnen, bedoeld in artikel 156, derde lid, en artikel 157, eerste tot en met vijfde lid, aanvangen op de dag waarop de beschikking tot scheiding van tafel en bed is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister, aangewezen in artikel 116, en dat de duur van het huwelijk wordt berekend tot die dag.
3 Een verplichting van een echtgenoot om uit hoofde van scheiding van tafel en bed levensonderhoud te verschaffen aan de andere echtgenoot, eindigt bij ontbinding van het huwelijk.

Artikel 170 Vervallen

Artikel 171 Vervallen

Artikel 171a Vervallen

Artikel 172 Vervallen

Artikel 173 1 De scheiding van tafel en bed komt tot stand door de inschrijving van de beschikking in het huwelijksgoederenregister, aangewezen in artikel 116.
2 De inschrijving geschiedt op verzoek van de echtgenoten of van één van hen.
3 Indien het verzoek niet is gedaan uiterlijk zes maanden na de dag waarop de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, verliest de beschikking haar kracht.

Artikel 174 1 Indien een tussen de echtgenoten bestaande gemeenschap van goederen door één van hen is benadeeld doordat hij na de aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór lichtvaardig schulden heeft gemaakt, goederen der gemeenschap heeft verspild, of rechtshandelingen als bedoeld in artikel 88 van dit boek zonder de vereiste toestemming of beslissing van de rechtbank heeft verricht, is hij gehouden, nadat de beschikking waarbij de scheiding van tafel en bed is uitgesproken, is ingeschreven, de aangerichte schade aan de gemeenschap te vergoeden.
2 Een op het eerste lid gegronde rechtsvordering kan niet later worden ingesteld dan drie jaren na de inschrijving van de beschikking van scheiding van tafel en bed.

Artikel 175 1 Op verzoek van een echtgenoot kan de rechter bij de beschikking houdende scheiding van tafel en bed of bij latere uitspraak bepalen dat, als die echtgenoot ten tijde van de inschrijving van de beschikking een woning bewoont die aan de andere echtgenoot uitsluitend of mede toebehoort of ten gebruike toekomt, hij jegens de andere echtgenoot bevoegd is de bewoning en het gebruik van de bij de woning en tot de inboedel daarvan behorende zaken gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking, tegen een redelijke vergoeding voort te zetten.
2 Tegen hem kan een in dat tijdvak zonder zijn toestemming door de andere echtgenoot verrichte rechtshandeling niet worden tegengeworpen ten nadele van zijn in het vorige lid omschreven bevoegdheid.
3 Weigert hij zijn toestemming of is hij niet in staat zijn wil te verklaren, dan kan de rechtbank die in eerste aanleg over het verzoek tot scheiding van tafel en bed heeft beslist, op verzoek van de andere echtgenoot bepalen dat het vorige lid buiten toepassing blijft.

Artikel 176 1 Een scheiding van tafel en bed eindigt door de verzoening van de echtgenoten, op het tijdstip dat zij op hun eensluidend verzoek in het huwelijksgoederenregister, aangewezen in artikel 116, hebben doen inschrijven dat de scheiding heeft opgehouden te bestaan.
2 De inschrijving doet alle gevolgen van het huwelijk van rechtswege herleven, alsof er geen scheiding van tafel en bed had plaatsgehad. Nochtans wordt de geldigheid van rechtshandelingen die tussen de scheiding van tafel en bed en de verzoening zijn verricht, beoordeeld naar het tijdstip van de handeling.

Artikel 177 Vervallen

Artikel 178 Vervallen

Afdeling 2

Ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed

Artikel 179 1 Ontbinding van het huwelijk van echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, wordt op verzoek van een der echtgenoten uitgesproken, indien de scheiding tenminste drie jaren heeft geduurd.
2 De termijn van drie jaren kan op verzoek van een echtgenoot worden bekort tot ten minste een jaar, indien de andere echtgenoot zich gedurig schuldig maakt aan wangedrag in zodanige mate dat van de echtgenoot, die het verzoek heeft gedaan, niet kan worden gevergd het huwelijk te doen voortbestaan.

Artikel 180 1 Indien als gevolg van de gevraagde ontbinding van het huwelijk een bestaand vooruitzicht op uitkeringen aan de andere echtgenoot na vooroverlijden van de echtgenoot die het verzoek heeft gedaan zou teloorgaan of in ernstige mate zou verminderen, en de andere echtgenoot deswege tegen het verzoek verweer voert, kan het verzoek niet worden toegewezen voordat daaromtrent een voorziening is getroffen die, gelet op de omstandigheden van het geval, ten opzichte van beide echtgenoten billijk is te achten.
De rechter kan daartoe een termijn stellen.
2 Het eerste lid is niet van toepassing:
a. indien redelijkerwijs te verwachten is dat de andere echtgenoot zelf voor dat geval voldoende voorzieningen kan treffen;
b. indien de andere echtgenoot zich gedurig schuldig maakt aan wangedrag in zodanige mate dat van de echtgenoot die het verzoek heeft gedaan naar redelijkheid generlei verstrekking van levensonderhoud zou kunnen worden gevergd.

Artikel 181 Ontbinding van het huwelijk van echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, wordt op hun gemeenschappelijk verzoek uitgesproken.

Artikel 182 De artikelen 154, tweede lid, en 156 tot en met 160 van dit boek zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de in de artikelen 156, derde lid, en 157, eerste tot en met vijfde lid en zevende lid, bedoelde termijnen worden verminderd met de tijd gedurende welke tijdens de scheiding van tafel en bed een verplichting tot levensonderhoud jegens de andere echtgenoot bestond en dat de duur van het huwelijk wordt berekend tot de dag waarop de beschikking tot scheiding van tafel en bed is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister, aangewezen in artikel 116.

Artikel 183 1 De ontbinding van het huwelijk komt tot stand door de inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand.
2 De artikelen 163, tweede en derde lid, en 166 van dit boek zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 184 Vervallen

Artikel 185 Vervallen

Artikel 186 Vervallen

Artikel 187 Vervallen

Artikel 188 Vervallen

Artikel 189 Vervallen

Artikel 190 Vervallen

Artikel 191 Vervallen

Artikel 192 Vervallen

Artikel 193 Vervallen

Artikel 194 Vervallen

Artikel 195 Vervallen

Artikel 196 Vervallen