Burgerlijk Wetboek Boek 1 (BW)


Artikel 4 1 Een ieder heeft de voornamen die hem in zijn geboorteakte zijn gegeven.
2 De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert in de geboorteakte voornamen op te nemen die ongepast zijn, of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
3 Geeft de aangever geen voornamen op, of worden deze alle geweigerd zonder dat de aangever ze door een of meer andere vervangt, dan geeft de ambtenaar ambtshalve het kind een of meer voornamen, en vermeldt hij uitdrukkelijk in de akte dat die voornamen ambtshalve zijn gegeven.
4 Wijziging van de voornamen kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 20a, eerste lid. In geval van wijziging van de voornamen van een buiten Nederland geboren persoon geeft de rechtbank die de beschikking geeft, voor zoveel nodig ambtshalve hetzij een last tot inschrijving van de akte van geboorte dan wel van de akte of de uitspraak, bedoeld in artikel 25g, eerste lid, hetzij de in artikel 25c bedoelde beschikking.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
15-05-1995 wijziging Stb 1995 227 (pdf) 23855 MvT (pdf)
01-04-1995 wijziging Stb 1994 570 (pdf) 22487 MvT (pdf)
05-07-1982 wijziging Stb 1982 315 (pdf) 16127 MvT (pdf)
15-05-1975 wijziging Stb 1975 202 (pdf) 13332 MvT (pdf)
01-01-1970 nieuwe-regeling Stb 1958 590 (pdf)