Burgerlijk Wetboek Boek 1 (BW)


Artikel 336a 1 Indien de minderjarige door een ander of anderen dan zijn voogd, als behorende tot het gezin met instemming van de voogd ten minste een jaar is verzorgd en opgevoed geworden, kan de voogd niet dan met toestemming van degenen die de verzorging en opvoeding op zich hebben genomen, wijziging in het verblijf van de minderjarige brengen.
2 Voor zover de volgens het vorige lid vereiste toestemmingen niet worden verkregen, kunnen zij op verzoek van de voogd door die van de rechtbank worden vervangen. Dit verzoek wordt slechts ingewilligd indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk oordeelt.
3 In geval van afwijzing van het verzoek is de beschikking van kracht gedurende een door de rechtbank te bepalen termijn, welke de duur van zes maanden niet te boven mag gaan. Is echter voor het einde van deze termijn een verzoek tot ondertoezichtstelling van het kind, tot beƫindiging van de voogdij, dan wel een verzoek als bedoeld in artikel 299a, van dit boek aanhangig gemaakt, dan blijft de beschikking gelden, totdat op het verzoek bij gewijsde is beslist.
4 In geval van gezamenlijke uitoefening van de voogdij, wordt de in het eerste lid bedoelde instemming door beide voogden gegeven.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-08-2016 wijziging Stb 2016 206 (pdf) 34191 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2015 wijziging Stb 2014 130 (pdf) 32015 MvT (web) MvT (pdf)
Stb 2014 131 (pdf) 33061 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2002 wijziging Stb 2001 581 (pdf) 27824 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1998 wijziging Stb 1997 506 (pdf) 23714 MvT (pdf)
15-12-1995 wijziging Stb 1995 592 (pdf) 24259 MvT (web) MvT (pdf)
02-11-1995 wijziging Stb 1995 240 (pdf) 23012 MvT (pdf)
01-11-1978 nieuw Stb 1978 303 (pdf) 13548 MvT (pdf)