Artikel 39 De buitengewoon opsporingsambtenaar is niet eerder bevoegd tot de uitoefening van de in artikel 7, eerste, derde en vierde lid, van de Politiewet 2012 bedoelde bevoegdheden dan nadat die bevoegdheid is aangetekend op de akte van beëdiging en is gebleken van zijn bekwaamheid in de uitoefening daarvan.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-07-2018 | wijziging | Stb 2018 157 (pdf) | ||
01-01-2013 | wijziging | Stb 2012 458 (pdf) | ||
01-04-1994 | nieuwe-regeling | Stb 1994 275 (pdf) |