Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren (Ambtsinstr.)


Artikel 29a 1 Voordat de officier van justitie met toepassing van artikel 7, zesde lid, van de Politiewet 2012 bepaalt dat de ingeslotene in het lichaam wordt onderzocht, wordt de ingeslotene gehoord, zo veel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal.
2 Zo nodig geschiedt het horen met bijstand van een tolk. Van het horen wordt aantekening gehouden.
3 Toepassing van het eerste lid kan achterwege blijven indien:
a. de vereiste spoed zich daartegen verzet;
b. de gemoedstoestand van de ingeslotene daaraan in de weg staat.
4 De ingeslotene ontvangt van de beslissing tot toepassing van artikel 7, zesde lid, van de Politiewet 2012 onverwijld schriftelijk en zo veel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling.
5 De mededeling vermeldt bij welke functionaris een klacht kan worden ingediend.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-07-2018 nieuw Stb 2018 157 (pdf)