Alcoholwet


§ 9

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 46 Een wijziging van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU 2005, L 255) gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 47 1 Het in artikel 13 gestelde verbod geldt tot een door Ons te bepalen tijdstip niet voor degene, die op 30 september 1967 feitelijk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse verstrekte in een lokaliteit, waarvoor een op grond van de Drankwet (Stb. 1931, 476) verleende volledige vergunning gold, voor zover het die lokaliteit betreft.
2 Het in artikel 13 gestelde verbod geldt tot een door Ons te bepalen tijdstip voorts niet voor degene, die in een lokaliteit, waarvoor een op grond van de Drankwet (Stb. 1931, 476) verleende vergunning of verleend verlof A gold, op 30 september 1967 feitelijk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse verstrekte en tevens bedrijfsmatig aan particulieren zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse verstrekte, voor zover het betreft het gelijktijdig in gebruik hebben van die lokaliteit voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en voor het bedrijfsmatig aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse.

Artikel 48 Artikel 47 is van overeenkomstige toepassing voor degene, die op 1 november 1967 feitelijk een horecabedrijf of slijtersbedrijf uitoefende:
a. met gebruikmaking van een op hem krachtens artikel 29, eerste lid, van de Drankwet (Stb. 1931, 476) overgeschreven vergunning of verlof A van een persoon, die dat bedrijf feitelijk uitoefende op 30 september 1967, of
b. als rechtverkrijgende van een persoon als onder a bedoeld diens bedrijf voortzettend krachtens de wet van 14 april 1960 (Stb. 155).

Artikel 48a Op besluiten van Onze Minister die genomen zijn vòòr 1 januari 2013 blijft het recht zoals dat gold tot die datum van toepassing.

Artikel 48b 1 Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend op grond van de Drank- en Horecawet zoals deze luidde voor inwerkingtreding van dit artikel, berusten na inwerkingtreding van dit artikel op het van toepassing zijnde artikel van de Alcoholwet.
2 Diploma’s die op het moment direct voorafgaand aan inwerkingtreding van dit artikel recht gaven op een SVH Diploma Sociale Hygiëne, worden erkend als bewijsstuk als bedoeld in artikel 11d gedurende de voor dat diploma afgesproken termijn.
3 Personen die waren ingeschreven in het register op grond van artikel 8, vijfde lid, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van dit artikel, worden na inwerkingtreding van dit artikel ingeschreven in het Register sociale hygiëne.

Artikel 48c 1 Ten aanzien van degene die rechtmatig het horecabedrijf of slijtersbedrijf uitoefent in een inrichting waarvoor een op grond van de artikelen 40, 43 of 44 van de Drank- en Horecawet zoals deze luidde voor 26 mei 2000 verleende ontheffing geldt, blijft de ontheffing gelden. Voornoemde ontheffing geldt ook voor degene die de uitoefening van het bedrijf in die inrichting rechtsgeldig voortzet. Het in de eerste volzin bepaalde geldt niet als er een onderbreking van de bedrijfsuitoefening is geweest gedurende een periode van langer dan een jaar. Ten aanzien van ontheffingen verleend voor een bepaalde tijd vervallen de aan die ontheffing verbonden tijdsbeperkingen. Dit lid vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende volzinnen verschillend kan worden vastgesteld.
2 Artikel 9 geldt niet ten aanzien van inrichtingen zolang daarvoor een vergunning geldt die is verstrekt vóór 26 mei 2000.
3 Artikel 29 is niet van toepassing op de op 26 mei 2000 geldende vergunningen.

Artikel 48d 1 De eisen gesteld bij of krachtens artikel 8, derde lid, en 11d, tweede lid, ten aanzien van sociale hygiëne gelden niet ten aanzien van personen die op 1 januari 1996 als bedrijfsleider of beheerder stonden vermeld op een krachtens de Drank- en Horecawet geldende vergunning.
2 De eisen gesteld bij of krachtens artikel 8, derde lid, en 11d, tweede lid, ten aanzien van sociale hygiëne gelden voorts niet ten aanzien van personen die op 1 januari 1996 voldeden aan de krachtens artikel 7 van de Drank- en Horecawet zoals die luidde voor 1 januari 1996, gestelde eisen van handelskennis of beschikten over een ontheffing van die eisen of van de eisen van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 42 van de Drank- en Horecawet zoals die luidde voor 1 januari 1996, en die binnen een jaar na dat tijdstip een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet zoals die luidde voor 1 januari 1996 hebben ingediend.

Artikel 49 Deze wet wordt aangehaald als: Alcoholwet.